Van veganist tot carnivoor

Er zijn klanten die ik nooit vergeet. Charlotte Sederel is er één van. Eind 2021 kwam ze bij mij op consult. Een mooie, slanke dame met prachtige ogen.

Ze was 20 jaar vegetariër geweest – deels veganist – en had het punt bereikt waarop ze wilde ontdekken welke voedingsmiddelen en manier van eten écht bij haar lichaam pasten. Het vegetarische was ze al aan het loslaten.

Tijdens het consult bleek dat ze een rood-vlees-en-vet-type was – dus een vrij extreem stofwisselingstype dat het meest afwijkt van de ‘norm’. Even schrikken.

Charlotte paste echter niet helemaal in het plaatje. Ze lustte bijvoorbeeld geen kippenpoten en kluiven vond ze vies. Wel was ze dol op vet.

Ik legde haar uit dat het stofwisselingstype kan verspringen als het lichaam heel lang een andere, voor het lichaam minder geschikte,  brandstof krijgt.  Dat wil zeggen dat het lichaam even aangeeft dat het in ieder geval voor de komende periode meer vet en eiwit nodig heeft. Het verspringen van het type gebeurt niet vaak maar behoorde in dit geval wel tot de mogelijkheden. Daarnaast zijn kinesiologie, vragenlijsten en alle andere methoden feilbaar. En niet in de laatste plaats kan ook ik me vergissen. Daarom was het ook voor mij een klein beetje spannend toen Charlotte met mijn advies de deur uit liep. Wat zouden de komende maanden brengen voor Charlotte? Wie weet zou ze straks gaan mailen dat ze misselijk werd van meer vlees. Duidelijk was alleen: háár lichaam had momenteel een tekort aan dierlijk eiwit.

We hielden contact en herhaalden voor de zekerheid na een tijdje de meting. Nog steeds kwam het rood-vlees-vet-type naar voren.

En bij Charlotte was een ontwikkeling gaande. Ze had steeds meer vlees aan haar voeding toegevoegd. Ze was zelfs behoorlijk carnivoor gaan leven. De oude overtuigingen over ‘groen eten’ had ze losgelaten en ze gaf nu voorrang aan haar intuïtie. En die zei duidelijk: meer vlees en vet. Om haar ervaringen te delen, startte ze een podcast. Hier mogen verschillende experts aan het woord komen: vegetariërs en ook carnivoren.

In januari vroeg ze mij of ik ook wilde komen praten. Nou en of! Toen ze me aan het einde bedankte, werd mij duidelijk: ook ìk mocht enorm dankbaar zijn. Dankbaar dat ik mee mocht kijken met Charlottes bijzondere ontwikkeling. Dankbaar ook dat ze open stond voor een net iets andere aanpak en dat ze durfde voor haar lijf te kiezen.

Wil je meer weten over haar weg, kijk dan hier:

Wil je luisteren naar ons gesprek? Dat kan hier (apple podcasts) en hier (spotyfy). Om een tipje van de sluiter op te lichten: Charlotte vindt kippenpoten nu wél heel erg lekker!

Copyright foto: Charlotte Sederel

Copyright afbeelding blog: canva stockfoto’s

Over levende wezens met gapende snijwonden en de vraag wat je wel of niet mag

Heb jij ooit je tanden gezet in een levend wezen? Eentje dat net gewond was geraakt? Je vindt dit een walgelijke vraag? Ik ook, maar dit is precies waar dit blogbericht over gaat.

Ik weet dondersgoed dat ik me met deze tekst op dun ijs begeef. Heel dun ijs. Ik wilde hier al veel langer over schrijven. Maar altijd kwam er iets tussen: mijn Duitse vertaling (yes, het is af! zie onderaan), toen geen rust gevonden. Toen weer getwijfeld, omdat dit onderwerp altijd commotie geeft. Had ik er wel zin in? Enkele weken geleden kreeg ik namelijk een (Duits) natuurvoedingskrantje in handen en het kopje op de cover sprong mij in het oog. Ik besloot: nu is het genoeg. Ik moet mijn gedachten kwijt. Hier zijn ze dan.

“Ik eet geen dieren”

Dit was het kopje: “Ik eet geen dieren”. Deze uitsprak kwam van de Duitse atlete Jacqueline Otchere. Ze vertelt in het interview dat ze heel veel van dieren houdt en het liefst alle dieren zou willen redden. Daarom eet ze veganistisch.

Ik heb geen moeite met haar keuze om veganistisch te leven. Iedereen mag zelf weten welke voeding hij of zij kiest. Maar waar ik wel moeite mee heb, is de veronderstelling dat voor haar voedsel geen dieren lijden of sterven. Dit is simpelweg niet correct. Veel te kort door de bocht gedacht.

Eenden tegen slakken

Wie de mooie film “The biggest little farm” heeft gezien, weet misschien waar ik het over heb. In deze documentaire kopen food blogster Molly en haar partner John Chester een groot stuk land in Californië om er biologische landbouw te starten. Toen zij begonnen, was de grond een stuk dode aarde, omgeven door monoculturen en “Egg City”, de grootste eierenfabriek ter wereld.

Midden in deze ontmoedigende omgeving begint het stel de dode aarde weer leven in te blazen. Doel: een boerderij met duurzame teelt en productie met een grote diversiteit aan dieren en planten. De uitdagingen zijn gigantisch. De fruitbomen beginnen te bloeien en vruchten te dragen, maar de overgrote meerderheid wordt opgevreten door vogels. Toen een jaar later de vogels de vruchten met rust laten, komen de slakken. De bomen zitten compleet onder de slijmerige diertjes.

John en Molly bedenken een oplossing die zowel voor de oogst als voor de grond handig is: ze laten er eenden op los. Deze vreten de slakken op en laten door hun poep ook een fantastische mest achter voor de grond en bomen. De vruchten zijn gered en staan ter beschikking voor de mens.

Dit was in mijn ogen een van de meest belangrijke scenes. Het is een kringloop! Deze scene zou een belangrijke spiegel kunnen zijn voor mensen die beweren dat ze geen dieren eten.

Feit is: er moeten dieren dood, zodat de mensen fruit, groenten en peulvruchten kunnen eten. Niet alleen slakken moeten dood, maar ook andere dieren die we liefst niet aan onze granen en groenten willen laten knabbelen: ratten, insecten, motten, wormpjes, noem maar op.

De jonge atletiek-ster zou natuurlijk kunnen argumenteren: Nou, de mens doodt de slakken toch niet zelf! Maar met deze gedachte heb ik moeite. De arme eendjes moeten dus het smerige werk doen, zodat wij schone vingers houden? Feit is: de slakken moeten wel dood voor haar voedsel.

De atlete geeft verder aan dat ze het liefst alle dieren zou willen redden. Ik vraag me af: had ze dan ook aan de babyslakjes gedacht? De kleine vliegjes en insecten die allemaal ten prooi vallen ter bescherming van haar eten? Of gaat de liefde alleen naar grote dieren uit? Dieren met ogen die ‘pijn kunnen voelen’ zoals zij verder aangeeft?

Ik vind dat je in dit geval consequent moet zijn: waarom zou een insect of slak minder recht hebben op bescherming dan een koe, kat of kuiken? En waarom houdt de liefde op bij dieren? Waarom niet ook kijken naar andere levende wezens?

Dan maar happen in een levend wezen met een open snijwond

Heb je ooit je tanden gezet in een levend wezen? Eentje dat net gewond was geraakt? Met een gapende snijwond? Dat vroeg ik aan het begin van dit bericht.

Nee, natuurlijk niet, heb je misschien hardop geroepen. Nou, ik wel. En jij hoogstwaarschijnlijk ook. Namelijk elke keer als we een saladeblad eten en in een rauwe wortel happen. Om maar twee van de honderd andere opties te noemen. In feite zit in een vers gekapt saladeblad nog meer leven dan in een gebakken biefstuk.

Maar planten zijn toch geen dieren, zou je kunnen roepen. Klopt, maar ze zijn wel levende wezens. Onderzoek wijst uit dat planten wel dergelijk pijn kunnen voelen. Ze helpen elkaar onderling tegen vijanden. Ze communiceren: door middel van specifieke geurstofjes lokken ze bepaalde dieren aan om op die manier in symbiose te leven. Hetzelfde mechanisme gebruiken ze als ze in gevaar raken. Als we zomaar een blad van een plant rukken, dan geeft de plant direct geurstofjes af om planten in de buurt te waarschuwen over deze gemene aanslag.

Vers gemaaid gras vinden we lekker ruiken, maar het is in feite een geur van wanhoop die uit de plant stroomt: gras geeft op die manier aan dat de tuinman het net ‘een kopje kleiner’ heeft gemaakt.

En wist je dat bomen voor hun baby’s zorgen? Hoe lief is dat! Als een zaadje dichtbij zijn moederboom belandt, dan is de boom in staat om het te voorzien van extra veel voedingstoffen. Op die manier zorgt de boom voor zijn kindje – ook zonder ogen en een lief gezicht.

We zouden dus ook planten als levende wezens moeten accepteren. Als we een lekkere perzik eten, dan eten we eigenlijk het kindje van de boom op. Je blaadje verse rucola is dus niets anders dan en levend wezen met een gapende snijwond aan de onderkant. En jij zet er je tanden in.

Leirre Keith, auteur van het boek ‘The Vegetarian Myth’ gaat nog een stukje verder. Zij brengt het argument naar voren dat we door een klokhuis van een appel in de prullenbak te gooien, eigenlijk meerdere potentiele appelbomen inclusief hun honderden nazaten vernietigen. Als we een kom rijst opeten, dan doden we eigenlijk duizenden baby-rijstplantjes…Maar daar denken veel vegetariërs vaak niet over na.

Kortom, waarom is het legitiem om te grens maar bij de dieren te trekken? Dieren én planten zijn allemaal levende wezens en zouden met respect en bewustzijn behandeld moeten worden en bescherming moeten krijgen. Als je alle levende wezens (en dan inclusief de planten) wilt beschermen, dan moet je stoppen met eten.

 

Ten slotte

Iedereen die de misstanden in de bio-industrie aan de kaak stelt, heeft mijns inziens gelijk. Het is afschuwelijk wat er tegenwoordig gebeurt. Maar dit is niet waar het in dit bericht om gaat. Het gaat om de kortstondige en verheven gedachte: dat ‘geen dieren (direct) eten’ gelijk staat aan ‘geen dieren doden of laten lijden’. En het gaat om de verkeerde bewering dat geen enkel levend wezen in je buik beland, als je overstapt op een plantaardig voedingspatroon. Niet, als je respect hebt voor vliegjes en de pijngevoelige plant.

Leven is doden, zegt Leirre Keith. De enige vraag is: bij welk levend wezen, trek jij de grens?

 

Ontbijt voor jou – oftewel ‘Frühstück für dich’

Eindelijk is de Duitse versie van ‘Ontbijt je fit’ af! De Duitse titel is ‘Frühstück für dich – Schwungvoll in den Tag mit der Fünf-Elemente-Ernährung’. Voor 95% komt de Duitse versie overeen met de Nederlandse versie. Maar omdat de Nederlandse versie 6 jaar geleden ontstond, kon ik tijdens het vertalen al het een en ander updaten.

Dus ken je iemand, die alleen de Duitse taal spreekt, dan kun je degene blij maken met een Duits exemplaar van mijn boek. Trouwens bestaat ook een Duitse versie van het kleine poster.

Als je voor Nederland wilt bestellen, dan kan dit via de Nederlandse webshop.

Bestellen in het Duits en voor Duitstalige landen kan het beste via mijn Duitse webshop.

 

Bottenbouillon – Oerbouillon

Mijn interview met Christel heeft voor een golf van nieuwe klanten voor haar gezorgd. En velen van jullie schreven zich in voor de Oerbouillon nieuwsbrief. Super fijn voor Christel. Helaas is deze  informatie verloren gegaan. Verzoek van Christel: Zou je je a.u.b. nog eens willen inschrijven via de Oerbouillon website? Hartelijk dank alvast! www.oerbouillon.nl

EKOPLAZA

Er waren even opstartproblemen, maar Oerbouillon is nu echt verkrijgbaar bij EKOPLAZA: Almere, Amsterdam, Amstelveen, Arnhem, Bussum, Capelle a.d. IJssel, Castricum, De Bilt, Den Bosch, Den Haag, Eindhoven, Harderwijk, Hoofddorp, Rotterdam, Tilburg, Uden, Utrecht, Veldhoven, Velp, Wassenaar. het kost euro 3,99 per flesje. Wordt het nog niet bij jou in de buurt verkocht? Vraag aan de manager van jouw natuurwinkel of het via UDEA besteld kan worden. Alle hulp is welkom!